Hoe ben je minder boos, als je denkt dat je nooit iets mag?
Ik mag nóóit wat!
Nooit.
Alleen maar stomme dingen
Marloes is boos. Haar vriendinnen gaan in de paasvakantie een rondje IJsselmeer doen. Op de fiets en met de tent. Ze mag niet mee van haar ouders. Ze willen dat Marloes meegaat naar Texel. Want ze zijn dan 15 jaar getrouwd.
'Heb je er met je ouders over gepraat?'
'Ja. Ik heb de keukendeur dichtgesmeten'
"En toen?'
'Brak het glas boven de deur. Ik moet het terug betalen.'
'Oh, dat lijkt me niet leuk. Zullen kijken of boos zijn misschien anders kan?'
'Ik zou niet weten hoe.'
'Ken je iemand die boos zijn anders doet?'
'Mijn opa. Die krijgt altijd alles voor elkaar wat hij wil.'
'Hoe doet hij dat?'
'Heel rustig.'
'Zullen we ontdekken hoe hij dat doet?
'Hoe dan?''
'Als je aan je opa denkt, wat zie je dan?'
'Hij rookt altijd pijp. In zijn schommelstoel.'
'Dan gaan we dat naspelen.'
We bouwen van een poef en een paar kussens een schommelstoel. Marloes gaat hier met een kromme rug en haar benen over elkaar in zitten. Precies zoals haar opa altijd zit. Ze houdt een kaarsen dover als pijp tussen twee vingers.
'Weet je hoe je je opa bos kunt maken?'
'Als hij spek moet eten. Daar gruwelt hij van.'
'Moet hij dat dan?'
'Ja van oma. Die is dol op spek.'
We spelen de situatie na. Zoals haar opa en oma dat doen. Al snel klaart haar gezicht op.
'Hij is echt heel rustig. En hij praat heel langzaam zodat hij goed na kan denken wat hij wil zeggen'.
'Wat zegt hij dan?.'
'Schat, als je wilt dat mijn hart nog lang vol vuur voor je klopt, zet voor mij dan een lekker kippetje op het vuur.'
We oefenen nog even door. Als laatste bedenken we een nieuw plan voor de paasvakantie. Misschien willen haar vriendinnen wel een rondje Texel fietsen. Zodat ze toch een dag met ze meekan.
Marloes grinnikt: 'Dit bespreek ik vanavond eerst even met mijn ouders. Voordat ik het aan mijn vriendinnen vraag.'
'Dat is je beste idee ooit.'