Ik krijg een black out..
Ik weet niks meer.
Alsof ik neerstort in een vliegtuig.
Als Emma een toets Frans krijgt, klapt ze dicht. Zodra het papier voor haar ligt, komt er een brok in haar keel, een knoop in haar maag, krijgt ze het warm en weet ze niks meer. Ze raakt ervan in de stress en het maakt haar verdrietig en bang. Ze heeft dit jaar nog geen voldoende gehaald. Hoe hard ze ook leert. Emma wil met hulp van hypnose van haar faalangst af.'
'Als hij de toets bij me op tafel legt, raak ik in paniek.'
'Zegt hij er iets bij?'
'Succes, komt goed.'
'En komt het goed?'
'Nee, het is alsof alle woorden weggezogen worden, het zwarte gat in.'
'Wat doen ze in het zwarte gat?'
'Ze verdwijnen voor een tijdje, tot de toets voorbij is.'
'Komen er woordjes voor in de plaats?'
'Ja,. Ik weet het niet. Ik kan het niet.'
'Wie zegt de woordjes?'
'De angst.'
'Heeft de angst gelijk?'
'Nee, want ik heb hard geleerd. Thuis wist ik alle woordjes.'
'Wat wil de angst het liefst?'
'Dat ik naar huis ga. Daar ben ik veilig.'
'Helpt dat je?'
'Nee, ik wil naar 2 Havo.'
'Wat moet de angst dan weten?"
'Dat hij eigenlijk het tegenovergestelde bereikt.'
'Wat kan je wel helpen?'
'Als de angst verandert.'
'Hoe?'
'Met andere woordjes.'
'Zoals?'
'Ik kan het. Ik weet het. Ik heb vertrouwen in mijzelf.'
'Wat verandert er dan?'
'Dan wordt het lichtblauw in mijn hoofd en stromen de woordjes tijdens de toets zo van mijn pen op het papier.'